Opnieuw een bijzondere locatie dit keer, voor de derde ontwikkeldag van het Gronings Gereedschap 2015. We zijn in het Dorpshuis Pieterburen, dat onlangs compleet gerenoveerd is en nu het kloppend hart van het dorp vormt. Inge Lester schetst de totstandkoming, waarbij een leegstaande kerk eerst gebruikt werd door de wadloopstichting en daarna werd aangekocht door een particulier – om er een dorpshuis van te maken. Die ambitie slaagde, met de hulp van subsidies maar ook veel eigen inzet. Het gebouw is inmiddels overgenomen door een aparte stichting, die er regelmatig activiteiten organiseert (zoals uitvoeringen van het Noord Nederlands Toneel). Ook diverse clubs en verenigingen uit het dorp hebben er een thuisbasis gevonden. Op de bovenverdieping is een B&B gerealiseerd, die zorgt voor inkomsten. Het geheel draait inmiddels subsidieloos en heeft duidelijk een nieuwe markt aangeboord (en Pieterburen verder op de kaart gezet). Overigens konden de subsidies voor de renovatie alleen worden binnengehaald omdat er een duidelijk ‘verdienmodel’ voor de exploitatiefase kon worden getoond.
Na deze toelichting heet programmaleider Enno Zuidema iedereen van harte welkom. We sluiten de Ontwikkeldagen 2015 af: alle deelnemers zijn vooraf gevraagd eigen erv犀利士
aringen mee te nemen en deze vandaag te delen. Diverse casussen zullen de revue passeren en iedereen wordt uitgenodigd hier hardop over mee te denken. Plezierig dat er ook vandaag weer gasten zijn, onder meer van de regio Noordoost Friesland (zelf net aangewezen als krimpgebied) en het ministerie van BZK. Een mooi nieuwsfeit is dat het Groninger Gereedschap uit 120 inzendingen is gekozen als een van de 12 voorbeeldprojecten in het kader van het Jaar van de Ruimte.
Reint Brondijk (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting/SVn) laat op deze derde ontwikkeldag zien welke instrumenten zijn organisatie kan aanbieden om situaties waarin de markt faalt (en banken niet willen financieren) toch op te lossen. De laatste jaren zijn allerlei leningproducten ontwikkeld die inspelen op actuele maatschappelijke en volkshuisvestelijke vraagstukken. Van de starterslening tot en met de meest recente aanwinst: de blijverslening. De opgave is om een toegesneden plan van aanpak voor het Groningse krimpgebied te ontwikkelen dat inspeelt op de behoeften van particuliere woningeigenaren. Belangrijk daarbij is dat er één onafhankelijk loket komt waar mensen terecht kunnen voor advies. Ze zien anders door de bomen het bos niet meer. Het kan gaan om allerlei vraagstukken: schulden, bevingen, verduurzaaming, restschuld, comfort, levensloopbestendigheid. Daarnaast is er geld nodig om de woningvoorraad als geheel kleiner te maken (sloop/onttrekkingsfonds).
In de discussie wordt duidelijk dat de overheid niet bij machte is alle leegstaande c.q. verkrottende particuliere woningen op te kopen (‘we moeten geen perspectief bieden dat we niet hebben’). Andere partijen zullen hier eveneens een bijdrage aan moeten leveren. Daarnaast moet gebruik worden gemaakt van instrumenten die eigenaren zelf aanzetten tot actie (leegstandsbelasting, aanschrijven op basis van Welstand/Bouwbesluit). Daarbij is duidelijk dat tegen een eigenaar van een leegstaand winkelpand anders opgetreden kan worden dan tegen bewoners die ‘gevangen’ zitten in de eigen woning. Bij die laatste situatie begint de dialoog met een keukentafelgesprek; probeer van daaruit verder te komen. Dat kan bijvoorbeeld ook door ze in contact te brengen met een klusteam of ze door te sturen naar een woningcorporatie (‘voor sommige mensen is het wonen in een eigen woning simpelweg te ingewikkeld’). Conclusie: wortel en stok zijn beide belangrijk en noodzakelijk, maar de situatie bepaalt hoe en in welke volgorde ze worden gebruikt. Daarbij kan het soms handig zijn om de hulp van externen in te roepen, bijvoorbeeld een expertteam aanschrijven dat namens de gemeente eigenaren gaat benaderen. Veel bestuurders schrikken op dit moment nog terug voor een dergelijke actieve opstelling (‘de naam van de wethouder staat altijd nog onder de aanschrijvingsbrief’).